- Rhymeless translation of the Stabat Mater
- Rhymed translation by Willem Wilmink
- Rhymed translation by Helene Nolthenius
- Rhymed translation by Joost van den Vondel (17th century)
- Rhymed translation by Guido Gezelle (Flemish)
- Rhymed translation by Karel Vissers
- Rhymed translation by Marc Krone (2021)
- Another rhymed translation
- Still another one
- And another one
I listened carefully to all Stabat Maters I collected to find out what text was being sung, which was not always easy to do. At first, all texts were compared to the one I give below, which seems to be published in Analecta hymnica mediiaevi, vol. 54, p.312. Variations on this text are in italics. These variations almost all appear to come from the version which is being used in the Catholic Church. So now I check the texts against the “Analecta”-version and the “Vatican”-version. The translation into Dutch I did myself, not from the Latin text, but from “literal” English and German translations. Later I was helped by Mrs. Anita van Ommeren, a teacher in Latin, to find out what the literal Latin text really says.
At the end you find seven Dutch rhyming versions. The ones by the contemporary poet Wilmink and the 17th century poet Joost van den Vondel I found on the site of the Christian Oratorio Choir Excelsior.
In a little book by Father Maximilianus O.F.M.Cap. (P.J.M.van Dun, a Dutch Capuchin monk) called De Middelnederlandse Vertalingen van het Stabat Mater (published: Zwolle 1957) the author describes a study in which he examines seven mediaeval translations of the poem, found in mediaeval manuscripts, into Dutch. During this study he has met a number of deviating latin stanzas which he describes in detail.
Funny – for Dutch readers – is the following translation, in which not the sword pierces the heart, but the heart seems to pierce the sword: Haar ziel, kermend, bedroefd, smartelijk, doorboorde het zwaard.
NB: In 2016 Paul van Heck was kind to send me an e-mail in which he made a correction about the idea that the heart seems to pierce the sword in this translation. Paul van Heck (in Dutch): “Dat moge inderdaad zo lijken bezien vanuit het Nederlands van nu; maar toch lijdt het geen twijfel dat het onderwerp van de zin, zoals verwacht mag worden, het zwaard is, en niet de ziel. In oudere taalfasen van het Nederlands en in poëtisch taalgebruik was de woordvolgorde die in deze vertaling wordt aangehouden niet ongebruikelijk.”
Stabat Mater dolorosa Iuxta crucem lacrimosa Dum pendebat Filius |
1 | De diepbedroefde Moeder Stond wenend bij het kruis Terwijl haar Zoon daar hing. |
Cuius animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius |
2 | Haar klagende ziel, Medelijdend en vol smart, Werd als door een zwaard doorstoken |
O quam tristis et afflicta Fuit illa benedicta Mater unigeniti! |
3 | O hoe bedroefd en aangedaan Was die gezegende Moeder van de Enig-geborene! |
Quae moerebat et dolebat, Et tremebat cum videbat (Pia Mater, dum videbat) Nati poenas incliti |
4 | Die rouwde en treurde, En beefde terwijl zij zag (de vrome Moeder, terwijl ze zag) De foltering van haar glorieuze zoon |
Quis est homo qui non fleret, Christi Matrem si videret In tanto supplicio? |
5 | Welk mens zou niet huilen Bij het zien van Christus’ Moeder In zo’n marteling? |
Quis non posset contristari, Piam Matrem contemplari Dolentem cum Filio? |
6 | Wie zou niet mede lijden Bij het aanschouwen van de vrome Moeder Lijdend samen met haar Zoon? |
Pro peccatis suae gentis Vidit Iesum in tormentis, Et flagellis subditum. |
7 | Voor de zonden van zijn volk Zag zij Jesus bij de folteringen En een geseling ondergaan |
Vidit suum dulcem natum Moriendo desolatum Dum emisit spiritum |
8 | Zag zij haar geliefde zoon Sterven in eenzaamheid Toen hij de geest gaf |
Eia Mater, fons amoris Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam |
9 | Ach Moeder, bron van liefde Laat mij de kracht van het verdriet voelen Opdat ik met U treuren kan |
Fac, ut ardeat cor meum In amando Christum Deum Ut sibi complaceam |
10 | Maak dat mijn hart gaat branden Bij het houden van Christus de Heer, Opdat ik Hem behage |
Sancta Mater, istud agas, Crucifixi fige plagas Cordi meo valide. |
11 | Heilige Moeder, zorg ervoor, Grif de wonden van de gekruisigde Diep in mijn hart |
Tui nati vulnerati, Tam dignati pro me pati, Poenas mecum divide. |
12 | Van uw gewonde zoon Die zich verwaardigde zo voor mij te lijden, Deel met mij zijn pijnen |
Fac me vere tecum flere, (Fac me tecum, pie, flere) Crucifixo condolere, Donec ego vixero. |
13 | Laat mij oprecht met u wenen (Laat mij, vrome, met u wenen) De gekruisigde beklagen Zolang ik leef |
Iuxta crucem tecum stare, Te libenter sociare (Et me tibi sociare) In planctu desidero |
14 | Met U bij het kruis staan En gretig te delen (En met U te delen) In uw klagen wil ik |
Virgo virginum praeclara, Mihi iam non sis amara Fac me tecum plangere |
15 | Uitverkoren Maagd der Maagden Moge U voor mij niet meer verbitterd zijn Laat mij met U klagen |
Fac, ut portem Christi mortem Passionis eius sortem, (Passionis fac consortem) Et plagas recolere. |
16 | Laat mij dragen Christus dood En het lot van zijn lijden (En deelhebben aan zijn lijden) En zijn wonden gedenken |
Fac me plagis vulnerari, Cruce hac inebriari, (Fac me cruce inebriari) Ob amorem Filii (Et cruore Filii) |
17 | Laat zijn wonden mij wonden Het kruis mij in een roes brengen (Laat mij in een roes brengen door het kruis) Wegens liefde voor de Zoon (En het bloed van de Zoon) |
Inflammatus et accensus (Flammis ne urar succensus) (Flammis orci ne succendar) Per Te, Virgo, sim defensus (Per Te, Virgo, fac, defendar) In die iudicii. |
18 | In vlam gezet en aangestoken, (Dat de vlammen mij niet verteren) (Dat de vlammen van de dood mij niet raken) Door U, Maagd, moge ik verdedigd worden Op de dag des oordeels |
Fac me cruce custodiri (Fac me cruce sublevari) Morte Christi praemuniri (Morte Christi conservari) Confoveri gratia (Cumulari gratia) |
19 | Laat het kruis mij beschermen (Laat het kruis mij ondersteunen) Christus’ dood mij wapenen (Christus’ dood mij redden) En mij met Genade vervullen (En de genade mij overspoelen) |
Christe, cum sit hinc exire, Da per Matrem me venire Ad palmam victoriae |
19a | Christus, als het tijd is hier te vertrekken Laat mij door uw Moeder toekomen De zegepalm. |
Quando corpus morietur, Fac, ut animae donetur Paradisi gloria. Amen. |
20 | Als mijn lichaam sterft Maak dat mijn ziel gegeven wordt De glorie van het Paradijs! |
Rhymed translation by Willem Wilmink
De Moeder stond door smart bevangen en met tranen langs haar wangen waar haar zoon gekruisigd hing
En het was haar in haar lijden of een zwaard haar kwam doorsnijden dat dwars door het hart heen ging.
Hoe verdrietig en verloren was de toch zo uitverkoren moeder die hem ‘t leven gaf.
Ze moest klagen, ze moest rouwen en ze beefde bij ‘t aanschouwen van zijn vreselijke straf.
Wie voelt er geen tranen komen die daarheen wordt meegenomen, waar hij Christus’ moeder vindt?
Wie zou tranen binnenhouden als hij dat verdriet aanschouwde van de moeder bij haar kind?
Zij zag wat hij heeft geleden voor het kwaad dat mensen deden, zag de zwepen, zag het slaan,
Hoorde ‘t kind, door haar gedragen, stervende om bijstand vragen, zag hoe hij is doodgegaan.
Vrouw van liefde en genade, wil toch op mijn schouders laden alles wat U lijden doet.
‘k Wil mijn hart aan hem verpanden, laat mij dan van liefde branden opdat ik hem zo ontmoet.
Moeder, wil mijn hart bezeren met de wonden die hem deren, die zo nederig wilde zijn
Om te lijden voor mijn zonden. Laat mij lijden aan zijn wonden, laat mij delen in zijn pijn.
Laat mij huilen aan uw zijde, laat het kruis ook mij doen lijden tot ik zelf eens doodgaan moet ‘
k Wil mij naar het kruis begeven om daar met U mee te leven in wat hem zo lijden doet.
Stralende, ik moet U eren, wil U toch niet van mij keren, laat mij huilend bij U staan.
Laat mij Christus’ dood ervaren, laat mij in mijn hart bewaren al wat hem is aangedaan.
Laat zijn pijnen mij genaken, laat het kruis mij dronken maken van de liefde voor uw zoon
En wil dan mijn voorspraak wezen als ik ‘t helse vuur moet vrezen na het oordeel voor zijn troon.
Laat het kruis over mij waken, laat zijn dood mij sterker maken, zodat hij me begeleidt
En mijn ziel, als ‘t lijf moet sterven, de verrukking doet verwerven die de hemel ons bereidt. Amen.
Rhymed translation by Helene Nolthenius
Naast het kruis, met wenende ogen, stond de Moeder droefgebogen, waar haar zoon te lijden hing.
Ach, hoe haar door ‘t zuchtend harte, medelijdend met zijn smarte, ‘t zwaard van droefheid henenging.
O, hoe weende in pijn en rouwe, die gebenedijde vrouwe, Moeder van Gods enige Zoon
Ach hoe treurde en hoe streed zij, Ach wat moederangsten leed zij, ziende hem ten spot en hoon
Wie, die zonder mederouwen Christus’ moeder kan aanschouwen in zo wrede foltering?
Wie wil niet in droevig wenen met Maria zich verenen, lijdend met haar lieveling?
Voor de zonden van de zijnen zag zij Jesus zo in pijnen en door gesels wreed gewond
Gans alleen zag zij hem lijden, troosteloos de doodsstrijd strijden in zijn laatste stervensstond.
Geef, o Moeder, bron van liefde, dat ik voele wat U griefde, dat ik met U medeklaag.
Dat mijn hart ontgloei van binnen, in mijn Heer en God te minnen, dat ik Hem alleen behaag.
Heilige Moeder, ach verhoor mij, des gekruistes wonden boor mij diep en krachtig in het hart. ‘
‘k Zie Uw Zoon bedekt met wonden talloos om mijn vele zonden, laat mij delen in Zijn smart.
Doe mij in liefde met U wenen en met Jezus mij verenen tot mijn stervensuur zal slaan.
Diep bedroefd kom ik U vragen met U Jezus leed te dragen en met U bij ‘t kruis te staan.
Maagd der Maagden, uitverkoren, wil mij in uw goedheid horen, laat mij wenend bij U zijn.
Laat mij al de wrede plagen en de dood van Christus dragen, laat mij sterven zoals Hij.
Laat mij Christus’ doodsangst proeven, om Zijn lijden mij bedroeven, stil herdenken al Zijn pijn.
Moge ik in ‘t vuur niet branden, neem o Maagd mijn zaak in handen in het oordeel voor Gods troon.
Met Hem aan het kruis geklonken, maak mij van de smarte dronken om de liefde voor Uw Zoon.
Als mijn lichaam weg zal sterven, doe mijn ziele dan verwerven ‘t glorievolle Paradijs. Amen.
Rhymed translation by Joost van den Vondel
- Iesus’ nat bekrete moeder stond bij ‘t kruis, daar ons Behoeder, haar beminde Zoon aan hing;
- En haar docht, terwijl ze steende hem betreurde, en druckigh weende dat een zwaard door ‘t harte ging.
- Och! Hoe druckigh, hoe vol rouwe was die zegenrijckste vrouwe, Moeder van Godts eenigh Kint?
- Die uit een weemoedigh harte, bevende aanzagh al de smerte van haar vrucht, bij Godt bemint.
- Och! Wie zou in ‘t hart niet snijden zoo hij, in dat deerlijck lijden, Kristus lieve moeder zag?
- Och! Wie zou zich niet bedroeven, zagh hij ‘t hart beklemt van schroeven, om den Zoon, die ‘r onder lagh?
- Zij zagh Iesus pijn en stramen lijden, om ons al te zamen, en hem sterven met geschal;
- Toen die waarde en uitverkozen treurigh, als een troosteloozen, Zijnen Geest aan Godt beval.
- Bron van moederlicke minne stort mij mee ‘t gevoelen inne van medoogen en geklagh;
- Doe mijn koude hart verlangen, om mijn Heilant aan te hangen, dat ick hem behagen mag.
- Heilge Moeder, allerkuischte, druck de wonden des Gekruiste krachtighlijck in mijn gemoedt;
- Laat ick oock met u bezuren uw gewonden Zoons quetsuren, die mij vrij kocht met zijn bloet.
- Dat ick ijvrigh u geleie, en ‘t gekruiste Lam beschreie, al de dagen dat ik leef.
- ‘k Wensch uw kruis te helpen dragen, en bij ‘t kruis met u te klagen, schoon een ander u begeef.
- Puick der Maaghdelijcke loten wil mijn bede niet verstoten: Laat mij aan uw zijde staan.
- Kristus doot mijn ziel genezen; laat ik die deelachtigh wezen: Laat ze in ‘t hart geschildert staan .
- Laat zijn hartquetsuur mij raken en zijn bloet mij dronken maken in de liefde van Godts Zoon.
- Reine Maaght, gij doet mij blaken: uw gebedt zal voor mij waken, en mij vrijen voor Godts troon.
- Laat het kruis mijn ziel bedecken, Kristus doot mijn schilt verstrecken en mij koesteren met gena.
- Als dit lichaam komt te sterven, laat mijn ziel met blijdschap erven ‘t hemels Paradijs hier na. Amen.
Rhymed translation by Guido Gezelle
Naast het kruis, met weenende oogen, stond de Moeder, diep bewogen, daar, gegalgd, heur kind aanhing.
Dwers door ‘t midden van heur herte, vol van zuchten, leed en smerte, ‘t scherpe zweerd der droefheid ging.
Ach’ hoe droef, hoe vol van rouwe, was die zegenrijke vrouwe, moeder van dat eenig kind!
Ach! hoe treurde zij, hoe kreet zij, ach! wat boezem pijnen leed zij naast Hem, die zij zoo bemint!
Wie die ook niet weenen zoude, zoo hij ‘t bitter leed aanschouwde dat Maria’s ziel verscheurt’
Wie kan zonder medelijden, Christus Moeder zoo zien lijden, daar zij met haar Zoon hier treurt?
Om de schuld van onze zonden, ziet zij Jesus vol van wonden, heel doorgeeseld, overal!
Ziet zij ‘t dierbaar Kind in ‘t strijden, met de dood, verlaten lijden, eer, eilaas, het sterven zal
Moeder, liefde doet u kwijnen; geef mij deel in al die pijnen, dat ik met u mede ween.
Laat mijn herte nimmer staken, God mij aangenaam te maken, vlammende voor hem alleen.
Maagd der Maagden, mijn gebeden, hoort ze, zonder bitterheden; helpt mijn medelijdend hert
Door de wonden die Hem schonden, Moeder, en aan ‘t kruishout bonden, deele ik zijn pijn en smert
Mocht ik klagen al mijn dagen mocht ik met u smerten dragen, eer mijn sterfdag voorenviel
Mij bij ‘t kruis met u vereenen! met u sterven, met u weenen!is het wenschen mijner ziel
Maagd, der maagden roem en zegen! werk mij in dien wensch niet tegen; gun mij dat ik met u klaag.
Mochte ik eens in Christus’ wonden, zijn verborgen, zijn verslonden,’k ware in ruste: och, hoor mijn vraag!
Mocht ik Christus’ kruise dragen, hebben daarin mijn behagen, heel doordronken zijn, voortaan!
Dan zal Jezus mijns ontfermen, en Gij Maagd, zult mij beschermen, als ik zal voor ‘t oordeel staan.
Laat in Christus’ dood en lijden op dien dag mijn hert verblijden, herontwekken mijne jeugd.
En, als ‘t lichaam komt te sterven,laat mij dan voor eeuwig erven ‘s Hemels weergalooze vreugd. ‑ Amen
Rhymed translation by Karel Vissers
- Naast het kruis stond de ontdane Moeder heel en al in tranen waar haar Zoon hing in zijn leed,
- toen er door haar hart heen, klagend, vol van kommer, smarten dragend wreed het zwaard der droefheid sneed.
- O, hoe triest, terneergeslagen, stond die Zalige te klagen, Moeder van de Mensenzoon,
- die zo innig leed en rouwde, goede Moeder, toen z’ aanschouwde: haar Zoon, zo ten prooi aan hoon!
- Wie ‘s degene met zo’n stenen, hart dat om de smart niet wenen moet, als hij Gods Moeder ziet?
- Wie kan geen erbarmen tonen bij ‘t zien van de arme, vrome Moeder in zo’n groot verdriet?
- Om de zonden van de zijnen zag zij Jezus zo in pijnen bij die wrede geseling.
- Gans verlaten in zijn lijden zag zij Hem de doodsstrijd strijden totdat haar Zoon henenging.
- Geeft, o Moeder, Bron van Liefde, dat ik voel’ wat U doorgriefde en tezamen met U klaag’ ;
- dat mijn hart ontbrand’ vanbinnen door de Christus te beminnen, opdat ik zo Hem behaag’ .
- Maagd en Moeder, grift de wonden die uw Zoon, aan ‘t kruis gebonden ondervond, diep in mijn hart;
- alle wonden die Hem schonden, die Hij doorstond om mijn zonden: laat mij delen in die smart.
- ‘k Wil, met d’ ogen neergeslagen, al mijn dagen met U klagen bij het kruis van die Godmens.
- Omdat ik met U begaan ben dorst ik naast het kruis te staan en mee te klagen is mijn wens.
- Maagd, der Maagden uitverkoren, wilt mijn bede toch verhoren: dat ik met U tranen pleng’ .
- Laat mij Christus’ doodsstrijd strijden en ‘t lot van zijn leed belijden, dat ik Hem zo hulde breng’ .
- Wilt mij in Zijn wonden hullen, mij gans van het kruis vervullen mij bedwelmen door Zijn bloed.
- Laat het vuur mij niet verteren, wees mijn voorspraak, Maagd, wanneer men mij voor ‘t Oordeel komen doet.
- Christus, als ook ik het leven laat, doet uw Moeder mij geven te dier stond de zegeprijs.
- Als mijn lichaam komt te sterven, laat mijn ziel dan toch verwerven glorie in het Paradijs. Amen.
Another rhymed translation
- Met de tranen in haar ogen, stond de Moeder diepbewogen, naast het kruis waar Jezus hing.
- Door haar pijnlijk zuchtend harte, overstelpt van wee en smarte, ging het zwaard der marteling.
- Hoe bedrukt, hoe neergeslagen, moest die zegenrijke klagen,
- Moeder van Gods enige Zoon Ach hoe schreide zij en snikte, als zij op het lijden blikte, van haar kind, zo eind’loos schoon.
- Wie kan nu zijn tranen houen en de moeder hier aanschouwen in haar bitter zielewee?
- Wie voelt niet zijn hart verscheuren die de moeder zo ziet treuren, lijdend met haar Jezus mee?
- Zij zag Jesus voor de zonden van zijn volk bedekt met wonden van de wrede geseling
- Zij zag hare liev’ling sterven, alle troost zijns Vaders derven, toen de geest uit ‘t lichaam ging.
- Geef, o Moeder, bron van liefde, dat ik lijd wat U doorgriefde, geef mij dat ik met U klaag.
- Ach ontvlam mijn hart en zinnen, dat ook ik mijn God mag minnen, en die Heiland steeds behaag.
- Heilige Moeder, hoor mijn bede, deel mij Christus’ wonden mede, diep ze drukkend in mijn hart.
- Van Uw Zoon bedekt met wonden die zo leed om mijne zonden, laat mij delen in de smart.
- Laat mij met U medewenen en met ‘s Heren leed verenen tot het uur van mijne dood.
- Naast het kruishout wil ik toeven en mij daar met U bedroeven om het lijden, naamloos groot.
- Maagd der Maagden, onvolprezen, wil mij niet ongunstig wezen, laat mij treuren aan uw zij.
- Laat mij Christus’ doodstrijd strijden, deelgenoot van al zijn lijden, laat mij sterven zoals Hij.
- Laat zijn wonden mij doorwonden, worde ik bij zijn kruis verslonden in het bloed van Uwen Zoon.
- Moge ik in ‘t vuur niet branden, neem o Maagd mijn zaak in handen in het oordeel voor Gods troon.
- Laat mij bij het kruishout waken, moge Christus’ dood toch maken dat ik de genade vind.
- Doe, als ‘t lichaam dan zal sterven, mijne ziel de glorie erven van ‘t hemels Paradijs. Amen.
Still another one …
- Onder ‘t Kruishout droef van harte stond de Moeder aller smarte waar haar Zoon te sterven hing.
- Door wier ziele, zuchtend, wenend, zich in ‘t leed met Hem verenend een doorborend slagzwaard ging.
- O hoe droevig, hoe verslagen stond de Zalige te klagen in de schaduw van haar Zoon
- Stond te beven van ellende dat de liefste die zij kende zo moest lijden smaad en hoon.
- O wie zou niet met Haar mede bitter wenen om het wrede lijden dat zij mede lijdt.
- Wie niet wenen bij ‘t aanschouwen van die liefelijke Vrouwe die in wanhoop klaagt en schreit.
- Voor de zonden van de zijnen ziet zij Jezus daar verkwijnen, ziet de haat rondom Hem heen.
- Ziet de liefste van haar leven aan het duister prijsgegeven, aan het sterven zeer alleen.
- Laat mij, liefste Moeder, voelen welke smarten u doorwoelen, liefdes zuivere fontein.
- Laat mij toch met ziel en zinnen Christus als de mijne minnen, mij geheel de zijne zijn.
- Laat mij hem mijn liefd schenken, de gekruisigde gedenken in de diepte van mijn hart.
- Hem gebonden om mijn zonden en door wonden wreed geschonden, laat mij delen in zijn smart.
- Alle dagen met U klagen, met u pijn en lijden dragen, met u wenen om uw Zoon.
- Met u staan bij ‘t Kruis des Heren is mijn innigste begeren waar ik u mijn liefd’ in toon.
- Maagd der Maagden uitverkoren, wil mijn bede toch verhoren dat ik met u wenen mag.
- U terzijde mij mag wijden, diep ontroerd aan Christus’ lijden, aan zijn dood met diep ontzag.
- Laat zijn wonden in mij gloeien, liefdes hartstocht mij doorvloeien als een dronkenschap van pijn.
- Dat ik zo in liefd’ ontstoken word’ un ‘t oordeel vrijgesproken, wil,o Maagd mijn voorspraak zijn.
- Laat het heilig kruishout mij hoeden, Christus’ dood komt mij ten goede, zijn genade zij mijn pijn.
- Als dit lichaam eens zal sterven, laat de ziel de zoetheid erven van het zalig Paradijs. Amen.
And another one …
Leo Wijnen of Westerhoven was so kind to send me this translation. It comes from a booklet Psalterke, published in 1910, with hymns, composed, or adapted by Adriaan Petrus Hamers, and as he does not give the name of an other, the translation is probably his.
- Bij het kruis stond d’eedle Vrouwe, tranen plengend in haar rouwe, om het bloeden van haar Zoon.
- Scherper dan een zwaard kan snijden, sneed door hare ziel het lijden, wreede smart en schampere hoon.
- Als een aan de smart gewijde staat de zóó gebenedijde Moeder van Gods eeuwig Woord.
- Ziet haar in ontroostbaar treuren, Moeder teer, de blikken beuren, naar dien Zoon, zoo wreed gemoord.
- Wie kan zonder mededoogen staren in die moederoogen, van zoo gruwzaam lijden mat?
- Wie blijft zonder mede rouwen bij de smarten dezer Vrouwe, met het bloed haars Zoons bespat?
- Om de zonden van de zijnen zag zij Jezus zóó in pijnen, in de wreedste geeselstraf.
- Zij zag daar de troost haars harten, ongetroost in stervenssmarten tot hij legde ‘t leven af.
- Moeder, bron van liefde, konde ik de smart die U doorwondde, zoo gevoelen dat ik schrei.
- Laat in mij de liefde groeien van uw Jesus, en zóó bloeien, dat ik hem bemin als Gij.
- Kleur mij, Moeder, allerkuischte, uit de wonden des Gekruisten, met zijn allerreinste bloed.
- Laat mijn ziel, als d’Uwe, wonden door de smart, waarin mijn zonden door Uw Zoon zijn afgeboet.
- Mocht ik troost aan Jesus brengen, tranen met Uw tranen mengen, tot er adem in mij is.
- Ik kom staan aan Uwe zijde aan de voet van ‘t kruis, en blijde deelen in Uw droefenis.
- Maagd’lijn onder maagden eenig, kneed mijn hart opdat het lenig voelend, als het Uwe zij.
- Laat mij deelen in zijn lijden, met Uw Zoon ten bloede strijden, beeld zijn wonden af in mij.
- Laat in mij zijn wonden ploegen, gutsen in de diepste voegen mijner ziel zijn god’lijk bloed.
- Laat mij niet naar ‘t vuur verwijzen, stel, o Maagd, den Rechter eischen, spreek voor mij in ‘t oordeel goed.
- Christus, als het uur van scheiden voor mij slaat; laat mij dan leiden door Uw Moeder naar Uw troon.
- Als mijn lichaam is gestorven, rijk mijn ziel dan, onverdorven, in Uw Paradijs de kroon. Amen.